De lastige, geniale denker Ludwig Wittgenstein zorgde voor een omwenteling in de filosofie met zijn gedachten over taal. Nu is honderd jaar na verschijning zijn beroemde Tractatus opnieuw vertaald in het Nederlands. Deze maand onderzoeken we de grenzen van ons denken en onze taal. Vertaler Victor Gijsbers legt in een interview uit hoe Wittgenstein probeerde het ondenkbare te denken en het onzegbare te zeggen. Filosoof Bert Keizer laat zien hoe Wittgenstein in zijn filosofie ook gebruikmaakte van tekeningen en zet het werk samen met het onstuimige en soms duistere leven van de denker in een overzichtelijk historisch perspectief. Kunstenaar Tine Wilde en filosoof Michel ter Hark stellen dat Wittgenstein met zijn kleurraadsels de grenzen van ons voorstellingsvermogen tart.
Verder gaan we in deze editie in gesprek met praktisch filosoof Elke Wiss, die filosofie als een sportschool voor de geest ziet. Menno van der Veen breekt een lans voor ‘ontweten’, om zo los te komen van vertrouwde kennis. En in een historisch profiel staan we stil bij het denken van Susan Sontag, die voelen net zo belangrijk vond als denken.
Let op! Dit is een digitaal product. U krijgt na betaling een downloadlink waarmee u de editie online kunt lezen of kunt downloaden als een PDF-bestand.